De historie van het Land van Oc

DE PREHISTORIE
In 1971 werd de schedel gevonden van een Homo Erectus in een grot bij Tautavel. De Tautavel mens leefde ca. 450.000 jaar geleden in de Roussillon. De oudste sporen van menselijke bewoning in Zuid-Frankrijk zijn echter anderhalf tot twee miljoen jaar oud, toen de eerste mensen vanuit Afrika naar het noorden trokken. Pas veel later, rond 30.000 jaar geleden, begon de mens zich artistiek uit te drukken door middel van rotstekeningen in grotten.

BRONSTIJD
In deze periode leefden de Liguriërs, Iberiërs, Basken en Kelten in Zuid-Frankrijk. Ze bevochten elkaar voor grondbezit. Men trok zich terug in versterkte heuvelforten genaamd oppida (enk. = oppidum). Rond 600 v.Chr. stichtten Griekse kolonisten o.a. Marseille. Er trokken ook nieuwe Keltische volken vanuit het noorden naar het zuiden. De volken Arecomici en Tectosages vestigden zich in de Midi.

ROMEINSE OVERHEERSING (125 v.Chr. tot 5de eeuw n.Chr.)
Al enkele jaren nadat de Romeinen voet aan wal zetten in de Languedoc-Roussillon, werd Narbonne gesticht. Domitius legde toen meteen een goede weg aan, de via Domitia, die de Alpen met de Pyreneeën verbond. In het jaar 27 werd de provincie Narbonne gesticht. Het zuidwesten van Frankrijk werd Gallia Aquitania genoemd en omvatte o.m. het huidige Frans Baskenland. Het zuidoosten werd Gallia Septimania genoemd en omvatte de huidige provincie Languedoc-Roussillon. De naam Septimania komt hoogstwaarschijnlijk van de oude Romeinse naam voor Beziers, "Colonia Julia Septimanorum".

Het vroege christendom
Het christendom werd steeds machtiger, waardoor Constantijn de Grote in de vroege 4de eeuw besloot om het christendom uiteindelijk toe te staan en al snel daarna koos hij deze nieuwe religie als staatsgodsdienst. Al gauw bleek, dat een machtsstaat op basis van religie sterker was, dan een zonder religie. In 324 vond het Concilie van Arles plaats. De eerste kerkelijke dogma's werden aangenomen. Om een bepaalde reden had Frankrijk een belangrijke rol in de stichting en ontwikkeling van de Roomse machtsstaat.

Het einde van het Romeinse Rijk
In de loop van de eeuwen werd het Romeinse rijk regelmatig bedreigd door zowel onderlinge onenigheden als ontevreden provincies. Zo kwamen ook de Goten in opstand. Dit volk kwam oorspronkelijk uit het hoge noorden, waarschijnlijk Scandinavië. Ze vestigden zich eerst in Azië enkele eeuwen voor onze jaartelling, en daarna trokken ze in de 3de eeuw naar het zuiden en kwamen zo in aanraking met de Romeinse overheersing. Vervolgens scheidden zij zich in twee groepen, de Ostrogoten (oostgoten) en de Visigoten (westgoten). De slechte behandeling van de Goten door de Romeinen leidden tot grote onlusten. De inname van grote gebieden volgde, en uiteindelijk werd ook Rome in 410 ingenomen. Dit betekende het einde van het West-Romeinse Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk was het bekende Byzantijnse Rijk, met als hoofdstad Constantinopel, het huidige Istanbul. Nadat enkele jaren later de vrede was hersteld stond de Romeinse leider de Visigoten toe zich te vestigen in het zuiden van Frankrijk en Spanje, waar de Romeinse macht al flink was afgebrokkeld. In 475 kregen de Visigoten volledige onafhankelijkheid.

DE VISIGOTEN
Na de val van het Romeinse Rijk bleven de Visigoten gedurende 250 jaar een belangrijke rol spelen in de Europese geschiedenis.

De Visigoten hadden zich bekeerd tot het Arianisme, een vorm van het christelijk geloof waarin Jezus niet wordt beschouwd als god, maar als een afzonderlijk wezen direct onder God. Dit geloof stond loodrecht op dat van de andere christenen in het Romeinse Rijk dat later uitgroeide tot het katholicisme en de orthodoxe kerken.

De Visigoten bleven vasthouden aan het Arianisme tot koning Reccared I zich liet bekeren tot het katholicisme in 589.

Hoogtepunt en einde van het Visigotische Rijk
Vlak voor de slag bij Vouille in 507 tegen de Merovingische Franken, bereikte het koninkrijk der Visigoten zijn grootste omvang. Het omvatte Aquitanië en het Iberisch schiereiland met uitzondering van kleine stukken in het noorden (die tot de Basken behoorden) en het noordwesten (het Suevi koninkrijk). In 507 veroverden de Merovingische Franken Aquitanië, en in 554 werden Granada en Andalusië veroverd door het Byzantijnse Rijk onder keizer Justinianus I, die bezig was met de herovering van het westen. In 584 namen de Visigoten het koninkrijk van de Sueven in, en in 624 werden de gebieden in het zuiden heroverd op de Byzantijnen.

Het Visigotische koninkrijk bleef bestaan tot 711, toen koning Roderik werd gedood bij een poging de invasie van Amayyadische moslims in het zuiden tegen te houden. Het grootste deel van Spanje viel daarna al snel onder islamitisch bestuur. De Visigoten die weigerden onder moslim bestuur en geloof te leven, vluchtten noordwaarts naar het koninkrijk der Franken. De Visigoten belegden daarna nog vele generaties lang sleutelrollen in het Karolingische Rijk.

Oorsprong van de Visigoten
Daar er weinig bekend is over de oorsprong van de Visigoten, moeten we eens kijken naar de volksverhuizingen die er in de millennia voor onze jaartelling zijn geweest. Dan vallen ineens de Feniciërs op, die over heel Europa tot aan Scandinavië, de Britse eilanden en Ierland hun sporen hebben achtergelaten. De Feniciërs waren zeevarende Kanaänieten, waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit de Indusvallei in India, en tijdgenoten van de Minoische volkeren die rond het eiland Kreta een bloeiende beschaving hadden gesticht (3500 - 1350 v.Chr.).

In die tijd was er een machtstrijd tussen twee culturen aan de gang. De ene cultuur (Minoisch, let ook op hun stierencultus, de Minotaurus, het labyrint en de Minoische bijenafbeeldingen) was gebaseerd op een maatschappij die man en vrouw gelijk stelden, wetenschap koesterde en vreedzaam was. Hun godheid was altijd tweeslachtig of androgeen, met name gebaseerd op de Moedergodin. De andere cultuur was belust op macht, en in hun maatschappij was de man de baas en de vrouw ondergeschikt. Hun religie was gebaseerd op voornamelijk mannelijke, vaak zelfs wraakzuchtige godheden. De Minoische beschaving kende zijn hoogtepunt net voor de uitbarsting van de vulkaan op Santorini, waarna de Minoische cultuur langzaam versmolt met Egeische en Myceense culturen. Veel volkeren trokken toen naar het noordwesten, veelal op de vlucht voor de wrede volkeren die Griekenland nog eeuwen lang verdeeld zouden houden.

Dan
In diezelfde periode was de vooral nautische stam van Dan zich aan het uitspreiden. Een tak van de Feniciërs (Kanaänieten), de Pelasgianen, werd door de Egyptenaren "Danuna" genoemd. Homerus noemde ze de Danaoi. Dit Griekse volk woonde o.a. op de Peleponessos en op Kreta in het huidige Griekenland, maakte deel uit van de Minoische beschaving, werd geregeerd door priesterkoningen en hadden een androgene godheid, Anu of Danu, die toch vooral vrouwelijke aspecten had. Het waren tevens de voorouders van de legendarische Tuatha de Danaan van Ierland. Een deel van de Danuna zou Anu hebben omgedoopt in Io (de witte godin), een woord dat nog zeer lang de wortel zou zijn van ons woord voor God (Io, Jove) en gebruikt worden in namen als Johannes. Dit waren de Ioniërs die tevens de gelijknamige eilandengroep koloniseerden. De religieuze hoofdstad van de Danuna was Argos op het Griekse schiereiland Peloponessos, waar de Io-tempel stond.

De Pelasgianen werden genoemd naar de legendarische Pelasgus I, de eerste koning van Arcadië (Peleponessos). De naam Arcadië zou echter pas ontstaan tijdens de heerschappij van zijn latere opvolger, Arcas I. De Egyptische kennis van Thot, ook wel het Hermetisme genoemd, vond veel aanhang in het Minoische rijk. Het getal van Thot is 8 (Kosmische balans - zo boven zo beneden) en werd weergegeven door de octopus (zie albeelding links van een Minoische vaas). Er waren goede contacten tussen Egypte en Griekenland, met name Kreta. Het latere Griekenland was dus al omgeploegde vruchtbare bodem voor de ontwikkeling van de filosofie door de beroemde Griekse wijsgeren zoals Plato en Aristoteles. Toen de Egyptische god van de wijsheid, Thot, werd omgedoopt in de Griekse Hermes, liet men hem zelfs in Arcadië geboren worden en samensmelten met de oude godheid Pan.

Nadat de Feniciërs Argos hadden ingenomen, vond de mythische tocht van de Argonauten plaats naar Colchis, waar ze het Gulden Vlies moesten zien te verkrijgen. De orde van het Gulden Vlies is één van de hoogste onderscheidingen ter wereld en wordt vooral aan de hoge adel uitgereikt. De orde ontstond in 1430 en werd opgericht door Filips de Goede van Boergondië als een soort van neo-tempeliersgroep. De Orde werd aan de heilige Andreas en de heilige Maagd gewijd.

Het volk van Danuna, hierna de Arcadiërs genoemd, zou enorme gebieden bereizen en zich op vele plaatsen settelen, zoals Denemarken, Groot-Brittannië en Ierland (vanaf ca. 13de eeuw v.Chr.). Hun Zodiak teken is Scorpio (Adelaar). Ze zouden vroeg in de geschiedenis van de stam van Dan de rivier de Jordaan (Jordan) hebben benoemd, en op hun tocht vanuit het Middellandse Zeegebied ook de Donau (Danube).

Volgens de geschiedschrijver Jordanes (interessante naam overigens), die in de 6de eeuw 'de Oorsprong en daden der Goten' heeft geschreven (de Getica) en zelf afstamt van dit volk, was er op het eiland Scandza (Scandinavië) enkele eeuwen v.Chr. een volk genaamd de Dani. De Dani leefden in Jutland in Denemarken (Danmark).

Jordanes sprak verder o.m. over de Sueti (uit Zweden) en de Goten (uit Gotaland, Zweden). De Goten trokken massaal naar Scythia.

In de Ierse geschiedenis is sprake van de aankomst van de Tuatha de Danaan ruim een millennium voor onze jaartelling. Ook Engeland toont sporen van hun aanwezigheid, door de oude naam Albion te ontleden. Albion, net als Io, betekent "Witte Godin" (Albi = wit, On of Anu = godin). Daarbij gebruikten de Visigoten ook het symbool van de adelaar (rechts), die zou kunnen verwijzen naar hun oorsprong: de stam van Dan.

In Egypte was On de oude naam voor Heliopolis. In de Helenistische periode was Helios een zonnegod (waarschijnlijk een latere variant op Aton). Hellas was het oude Griekenland. Aäron was de hogepriester van Heliopolis ten tijde van de Exodus. Heliopolis was de (mannelijke?) tegenhanger van Hermopolis, de stad van Hermes (Thot). Het moge duidelijk zijn dat de Oude Kennis van de Egyptenaren (het latere Hermetisme en Gnocisme) dankzij de Grieken en de Griekse filosofen naar Europa is gekomen. Op de vlag van de Graalridders die aan het hof van de legendarische koning Arthur dienden, was de zon afgebeeld. Het Hermetisme vond een vruchtbare bodem in de Minoische beschaving, de Visigotische en Merovingische maatschappij en de Kathaarse cultuur. Het is goed mogelijk dat men tijdens de glorietijden van de Visigoten en Merovingen een Hermetische Staat wilden stichten gebaseerd op de Gnosis in navolging van het Minoische rijk.

De oorsprong van de Visigoten via de stam van Dan zou dus terug te leiden zijn naar Griekenland (Pelasgianen/Danuna/Arcadiërs), Egypte (via Dan zelf, zoon van Jakob), Kanaän (Fenicië) en waarschijnlijk zelfs India. Zou de naam Kanaän refereren aan de Bijbelse Kain, die uit jaloezie zijn broeder Abel doodde en (uit India?) vertrok om zijn geluk te beproeven in een ander land? Moeten we de Indiase Veda's zien als de bron van de wijsheid die wij nu kennen als de Hermetica? Als we de Hyksos met de uit Noord-India afkomstige Mitanni vergelijken, kunnen we de oorsprong van de Egyptische Mysterieschool misschien linken aan de Vedische cultuur.

De Egyptenaren noemden de Feniciërs "Hyksos", en één van de Hyksos koningen van Egypte heette, heel toevallig, Yaqob-her (15de Dynastie - Mer-woser-ra Yaqob-her, waarschijnlijk de 3de koning van de Hyksos).

Deze bijbelse verhalen kunnen zijn berust op historische feiten, maar het kunnen ook symbolische verhalen zijn om de vele volksverhuizingen die er in die periode plaatsvonden, weer te geven. Het zou kunnen aantonen hoe de Feniciërs zich uitspreidden over Egypte, Europa en Scandinavië en hoe een deel van hen vanuit Scandinavië weer als de Visigoten zouden neerstrijken in o.a. Frankrijk en Spanje. En zo kwam de Griekse (op Kreta geboren) Hercules in de Pyreneeën. In deze zuidelijke gebieden van Frankrijk en Spanje zou men zich (tevergeefs) proberen te verzetten tegen de patriarchale Roomse kerk en zijn machtsstaat. De Visigoten in Zuid-Frankrijk en Spanje hielden immers heel lang het Arische christendom aan, een doorn in het oog van de katholieke Franken, om nog maar te zwijgen over de cultuur van de latere Katharen. Het gevecht tussen de twee culturen die millennia voor onze jaartelling begon, zou zich dus ook in de millennia na het begin van onze jaartelling voortzetten.

DE MEROVINGEN
De Merovingen waren een speciale dynastie van Frankische koningen, die een regelmatig veranderend gebied in delen van het huidige Frankrijk, zuidelijk Nederland, België en westelijk Duitsland regeerden van de 5de tot de 8ste eeuw. Het betreft hier een aparte subgroep van Salische Franken, die zich al eerder hadden gescheiden van de Germanen. Hun naam, Frank, betekent 'dapper' of 'moedig'. Zij leefden vanaf de 2de eeuw vooral in het Rijndeltagebied en naar hen is ook de IJssel (Isala) genoemd en Salland. De Salische Franken (Franci Salii) staan dan ook aan de wieg van de Nederlandse cultuur en maatschappij. De naam Sal komt van het woord voor zout. De zouthandel was sinds de Kelten, wiens naam eveneens komt van het oude woord voor zout, een zeer winstgevend handelsproduct en men noemde het dan ook het Witte Goud.
Vervolgens trokken de Salische Franken meer en meer zuidwaarts, en regeerden uiteindelijk een enorm gebied. De Salische Wet (in het Latijn Lex Salica) dateert uit het begin van de 6de eeuw, uit de tijd van de Merovingische koning Clovis, die tot de stam van de Salische Franken behoorde. In zijn rijk leefden verschillende stammen samen en hij liet een geschreven wet optekenen om de orde te kunnen handhaven. Deze Salische wet werd later de basis voor de Karolingische wetten, die tot de 12de eeuw zouden gelden.

Austrasië en Neustrië
Austrasië was het noordelijke deel van het Merovingische koninkrijk, en bestond uit het oosten van Frankrijk, het westelijke Duitsland, België en Nederland. De hoofdstad van het rijk was Metz, hoewel sommige koningen ook vanuit Reims regeerden. Neustrië ontstond in 511, toen Clovis overleed. Na de dood van de Frankische koning Clovis in 511 werd zijn koninkrijk verdeeld onder zijn vier zonen. Theuderic I van Austrasië kreeg het oostelijke deel. Austrasië leefde constant in spanning met zijn buur, Neustrië. In 613 werden de twee rijken overgenomen door Chlothar I, die zijn hoofdstad in Parijs vestigde. De twee rijken vielen echter snel terug uiteen. Pas wanneer de hofmeier Pepijn van Herstal in 687 Neustrië overwon, werden de twee rijken definitief verenigd. Toen zijn kleinzoon, Pepijn de Korte, koning der Franken werd en Bourgondië ook overwon, begonnen de namen en binnengrenzen te vervagen, en werd enkel nog maar gesproken over het Frankische Rijk.

De Merovingische koningen
De Merovingische dynastie dankt zijn naam aan Merovech, koning van de Salische Franken van 447 tot 458. Zijn zoon Childeric I versloeg in de tweede helft van de 5de eeuw de Visigoten en zijn kleinzoon, Clovis I, kon het grootste deel van Gallië ten noorden van de Loire verenigen door zich aan te passen aan het steeds machtiger wordende katholieke geloof. Hij is daarom tevens verantwoordelijk voor het verspreiden van het katholicisme in Frankrijk en omstreken. In 496 werd hij door bisschop Remigius in Reims, één van de belangrijkste steden van de Merovingen, gedoopt.

Reims
In Reims, de hoofdstad van het graafschap van Champagne, zijn tot 1825 bijna alle Franse koningen gekroond en gezalfd, een traditie die teruggaat tot aan de doop van Clovis. Daarbij werd gebruik gemaakt van olie uit een ampul die tijdens Clovis' doop door een duif uit de hemel zou zijn meegebracht. Dit lijkt verdacht veel op de zalving met messeh die met name in bijbelse tijden werd gebruikt om koningen te zalven. Lodewijk de Vrome werd in 816 in Reims tot keizer gekroond. De beroemdste kroning is waarschijnlijk die van Karel VII in 1429, tijdens de Honderdjarige Oorlog: de dauphin was door Jeanne d'Arc naar Reims gebracht, nadat zij de stad had heroverd op de Engels-Bourgondische alliantie. Het verhaal rondom Jeanne d'Arc (Jehanne Darc), die beschuldigd van ketterij op de brandstapel stierf, is gehuld in mysteries. Waarschijnlijk probeerde zij met behulp van Renée d'Anjou na het falen van de Tempeliers een Hermetische staat te stichten, maar stuitte op grote tegenstand van de Roomse staat. Nog een grote Fransman, Napoleon Bonaparte, werd in de Notre Dame van Parijs gekroond. Hij droeg een koningsmantel bezaaid met gouden bijen....

Het Feodalisme
De Merovingen zijn ook verantwoordelijk voor het ontstaan van het feodalisme, toen zij hun hertogen verantwoordelijk stelden voor het regeren, verdedigen en rechtspreken in kleine delen van hun koninkrijk. De Languedoc-Roussillon werd sindsdien eeuwenlang geregeerd door feodale hertogen, de zogenaamde Heren van de Languedoc, die later vooral de Katharen beschermden tegen de katholieke vervolgingen. De soldaten die de orde moesten handhaven, werden toen voor het eerst Ridders genoemd.

Tegen de 7de eeuw hadden de koningen weinig feitelijke macht meer, en waren vooral symbolische figuren. Ze begonnen zichzelf steeds meer toe te leggen op wereldlijke geneugten en lieten het regeren van hun koninkrijk over aan hofmeiers (major domo in het Latijn). Het ambt van hofmeier werd erfelijk vanaf de Karolingen. De Karolingen onttroonden de Merovingen in 751, toen Pepijn de Korte de Frankische edelen achter zich kreeg en de laatste Merovingische koning, Childeric III, afzette.

Oorsprong van de Merovingen
De Merovingische dynastie heeft een mysterieuze afkomst. Legendes vertellen over een speciale bloedlijn die hen verbind met oudtestamentische stammen en net als de oude Nazoreeërs, schoren ook de Merovingische koningen hun hoofdhaar niet. Ze zouden volgens legende afstammen van de Arcadiërs. Verder zouden zij volgens erfrecht vanaf hun twaalfde levensjaar koningen zijn. De naam Merovingen zou afkomen van de legendarische koning Merovech, zoon van Clodio. Met hem begon deze mysterieuze bloedlijn. Merovech (447-458) zou volgens een 7de eeuwse legende de afstammeling zijn van de Quinotaurus, een mythologisch zeedier waarmee zijn moeder, de vrouw van zijn vader Clodio, in zee had gepaard. Er is zo weinig bekend over deze man, dat men bijna zou geloven dat zijn geschiedenis uit de annalen is gewist. We gaan eens een stukje terug in de tijd.

De Arcadiërs
De Arcadiërs waren een apart volk, dat leefde op het schiereiland Peleponessos in Griekenland. De provincie Arcadië is een gebied waar veel herders wonen. In de Renaissance was om onbekende reden het thema "Herders van Arcadia" enorm populair, vooral samen met de leuze "Et in Arcadia Ego". Hun oude godheid was Pan, de beschermheer van de herders. Dit is tevens de oude godheid van de oudtestamentische stam van Dan, één van de 12 stammen van Israël, die ervoor bekend staat zich te verspreiden over grote gebieden, waaronder ook de Balkan en noordwest Europa. Ook zij leefden o.a. in Arcadië. Na een ruzie met de overige stammen zou ook een groot deel van de stam van Benjamin naar Arcadië zijn vertrokken om zich bij hun bloedverwanten te voegen. Fragmenten van deze gebeurtenis zijn in diverse oude geschriften teruggevonden.

De naam Arcadië is gebaseerd op het sterrenbeeld Ursus Minor, de Kleine Beer, die Arcas werd genoemd, naar de legendarische koning van Arcadië, Arcas. De Kleine Beer is samen met de Grote Beer en de Poolster (Polaris is de staart van de Kleine Beer) belangrijk voor de navigatie. De Poolster werd gezien als de pilaar waarop de hemel rust, en vergeleken met de pilaar van Djed en Osiris. De sterren gaven hen licht en richting en ook zij, de Arcadiërs, zouden licht en richting geven en pilaren zijn waarop de maatschappij kon rusten.

Na de vulkaanuitbarsting op het eiland Santorini brak er een periode van verschuivingen aan rondom Kreta en Griekenland. De Minoische cultuur verloor zijn macht en glorie en langzaam kwam de Myceense en Dorische cultuur op. Daar de stam van Dan nautisch was, is er waarschijnlijk besloten tot een volksverhuizing over water. Men voer langs de Griekse eilanden waaronder Samos naar de Turkse kust om neer te strijken in het land dat men naar hen Dardanië is gaan noemen. Ook de Dardanellen zijn naar de Dardanen genoemd. Het koninkrijk van de Dardani was groot en machtig en het waren dan ook de Dardanen die Troje hebben gesticht (ca. 1300 v.Chr.). Het koningshuis van Troje werd spoedig machtig. Hun koningen waren legendarisch en zouden afstammen van Hermes (Mercurius). Zelfs de Romeinen meenden dat ze afstamden van de Trojaanse koning Aeneas.

Na de Trojaanse oorlog moesten velen vluchten. Zo kwamen o.a. ook de Dardani in de Balkan terecht. Ze vestigden zich rond 1200 v.Chr. in Pannonia en staan te boek als een Tracisch-Illyrische stam. Volgens Dionysius van Halicarnassus (2de eeuw) kwamen de Dardani inderdaad uit Arcadië.

Wanneer we de vroegste geschiedenisgegevens raadplegen over de oorsprong van de Franken, lezen we dat zij oorspronkelijk uit Pannonia kwamen en naar overlevering zelfs Troje hadden gesticht. Ergens moet er dus een link zijn tussen de Dardani en de Franken. Pas in 11 v.Chr. werden ze 'Franken' genoemd naar hun dappere leider, Franco. De Franken zouden ook in Friesland, Gelderland en het beneden Rijngebied hebben geleefd.

Wanneer dit inderdaad zo is gegaan is er een grote overeenkomst tussen de oorsprong van de Goten en de oorsprong van de Franken. Terwijl de Franken zich op een wat zuidelijker gebied gingen concentreren, trokken de Goten enkele eeuwen v.Chr. via een bijna zelfde route weer terug naar de Balkan. De Merovingen hebben vanaf koning Merovech een aantal kenmerken overgenomen van de stam van Benjamin. Maar waarom was nu juist de stam van Benjamin zo belangrijk dat de Merovingen zich boven de Visigoten stelden, die ook zouden afstammen van de Arcadiërs?

Benjamin
De stam van Benjamin is een verhaal apart, want zij waren uitverkorenen, en volgens hun geboorterecht leverden zij de koningen en waren zij de wettelijke erfgenaam van de heilige stad van Melchizedek: Urusalem, de "stad van de vrede". Al sinds het ontstaan van hun stam in Egypte, waar ze werden onderwezen in de oude Egyptische mysteriën aan het hof van de farao (hun broer Jozef was er immers onderkoning geworden), was de stam de beschermer van de Oude Kennis en waren de vrouwen automatisch priesteressen van de Moedergodin. Zij waren de helers, de torenwachters. Zij brachten hoogstwaarschijnlijk ook Zadokpriesters voort. Dit waren de hogepriesters die in de voetsporen van Melchizedek (Michael Zadok) o.a. de Zonen van het Licht, Zonen van God, en de Rechtvaardigen werden genoemd. Ook zij werden pilaren genoemd, maar ook torens. De naam Benjamin komt van Benu Yamina, dat 'Zonen der Rechtvaardigen' betekent. Hun Zodiak teken is Gemini.

De Benjaminieten en Danieten hadden ook een speciale verering voor de koe, stier of het kalf, waarvan ze gouden beeldjes bij zich droegen. Dit heeft zijn wortels in de Fenicische (Kanaänietische) cultuur. De stierencultus, die overigens ook in het Minoische rijk werd beleden, is eveneens gebaseerd op de Moedergodin, en beide Moedergodinnen (de koe-stier en Anu) waren in dit opzicht zowel mannelijk als vrouwelijk. De drie-eenheid van de stier, de koe en het kalf komt terug in de mythe van Isis, Osiris en Horus. Het feit dat Akhnaton rond 1350 v.Chr. naast Aton als enige androgene godheid ook de stierencultus toeliet, waarschijnlijk omwille van zijn van Kreta afkomstige vrouw Nefertiti, valt meteen op. De verering van het gouden kalf was ook nog op gang tijdens de Exodus (ca. 1350 v.Chr.), hetgeen werd toegelaten door Aäron maar werd afgekeurd door Moses.

Daar bepaalde culturele eigenschappen van volkeren, zoals afgodsbeeldjes, namen en symboliek, de oorsprong van hun voorouders kunnen tonen, moeten we dus bijvoorbeeld letten op namen als Ursus (beer), afgodsbeeldjes van de stier, koe of het kalf (liefst in goud), afbeeldingen van bijen en rituelen zoals die van de Zadok priesters. Het belangrijkste Zadokritueel is de dankzegging aan de Moedergodin voor haar voedsel en vocht, waarbij brood wordt gebroken en wijn wordt rondgegeven. Toentertijd mocht dit ritueel alleen worden uitgevoerd door Zadokpriesters; nu is het oude ritueel van Melchizedek verbogen en bekend als de Eucharistie (afgeleid van het Griekse woord voor Dankzegging), beter bekend als de Heilige Consecratie, en mag dit ritueel ook alleen maar door katholieke priesters worden uitgevoerd.

Rond 1000 jaar voor onze jaartelling navigeerden de Feniciërs (Kanaänieten) en de Arcadiërs (de Grieken) naar oorden overzee, er werden kolonies gesticht en er zijn zelfs sporen van het oud-Fenisisch gevonden in de oude Iers-Keltische taal. Men was dus flink bereisd. Zo zouden er volken over heel Europa gaan wonen, die oorspronkelijk zouden kunnen afstammen van deze oudtestamentische stammen. De mythologische Europa werd niet voor niets ontvoerd door Zeus in de gedaante van een stier...

Dat er Merovingische koningen waren, die als bijnaam de naam Ursus hadden, dat de Beer betekent, en vaak begraven werden met gouden bijen en gouden beeldjes van een stier of koe, zou hun vermeende verwantschap met Benjamin en/of Dan kunnen ondersteunen. Hun aangeboren recht om te regeren zou dus kunnen afstammen van het erfrecht van Benjamin. Maar deze mysterieuze dynastie begint pas bij Merovech, zoon van de Quinotaurus, een zeemonster dat zich in diverse gedaanten kon veranderen. Merovech volgde zijn (stief)vader Clodio op en werd de eerste van een dynastie die men naar hem de "Merovingen" zou gaan noemen, de visserskoningen. Een dynastie begint bij een bepaalde bloedlijn, die van ouder op kind overgaat. We kunnen dus bedenken dat de vader van Merovech niet Clodio was, maar iemand anders. Ook is het mogelijk dat de moeder van Merovech degene was die de nieuwe bloedlijn introduceerde. Daar een zeemonster geen optie is, zouden we moeten kijken naar een andere verklaring. Merovech had twee vaders, dus zal er sprake zijn van twee bloedlijnen die bij Merovech bij elkaar kwamen. Zeemonster verwijst misschien naar een persoon die (oorspronkelijk) van overzee kwam. De naam Quinotaurus bevat ook het woordje 'taurus', dat stier betekent en een knipoog kan zijn naar de stierencultus van de Minoërs. Het woord lijkt tevens op Minotaurus, de mythische half mens half stier van het Minoische Kreta. Zouden deze twee mythen iets met elkaar te maken hebben?

Daar het vrij onwaarschijnlijk is dat de voorouders van de Salische Franken en Merovingen een zuivere en vooral koninklijke bloedlijn van de stam van Benjamin zouden doorgeven, moeten we toch eens kijken naar een andere legende, namelijk die van Maria Magdalena en haar kindje, die per boot als vluchtelinge aankwam in Zuid-Frankrijk. Zou deze legende ons proberen te vertellen dat de koninklijke familie van Juda in de vroege eerste eeuw in ballingschap naar Zuid-Frankrijk kwam, om daar zijn bloedlijn voort te zetten? Volgens kenner en Dode Zeerollen expert Barbara Thiering gebeurde dit welzeker, namelijk in ca. 44 n.Chr. Waarschijnlijk reisden ze via de haven van Alexandrië in Egypte. De boot zou op weg zijn geweest naar Marseille, maar tijdens noodweer zijn gestrand in de Camarque, het toenmalige Romeinse Gallia-Septimania.

Het klinkt heel logisch. Maria Magdalena (Myriam Migdal Eder) was namelijk via haar vader erfgenaam van de stam van Benjamin, en priesteres van de Moedergodin, Heler en Torenwachter en haar bloedlijn zou zelfs teruggaan op Aäron, de Zadokpriester. De naam voor Torenwachter was Migdal Eder, en deze naam zou uiteindelijk zijn verbasterd tot Magdalena. Daarbij was de kerkelijke macht niet vies van dit verhaal, want de aankomst van Maria Magdalena in Zuid-Frankrijk is prachtig weergegeven in een glas-in-loodraam in de kathedraal van Chartres.

Zou Merovech de nakomeling zijn van Maria Magdalena? De naam Merovech kan worden ontleed in Mer (zee, moeder, Myriam of Maria) en Vech (dragen - vehere/vexi), en de variant 'Merving' zou ook kunnen zijn afgeleid van Mer (zee, moeder, Myriam of Maria) en Ving (wijnstok of wijngaard - vinea), dus "Dragers van de wijnstok" komt al snel naar voren als een mogelijke vertaling van de naam Merovingen. De wijnstok is in de latere legenden een andere naam voor de bloedlijn van Jezus en Maria Magdalena.

Een van de zwarte bladzijden uit de geschiedenis van het oude Frankrijk is de moord op Dagobert II. Dagobert II was koning der Merovingen. Hij huwde in 671 de Visigothische edelvrouwe Giselle de Razes, nicht van de Visigotische koning, in het kerkje van Rennes-le-Chateau, toen nog Rhedae genoemd. Dagobert en Giselle woonden er enkele jaren. Daar Dagobert II een machtig rijk had en zich niet aan wilde sluiten bij het katholieke christendom, moest hij uit de weg worden geruimd. Hij werd op één van zijn reizen in de Belgische Ardennen vermoord. Zijn zoon Sigebert IV werd snel terug naar Rhedae gebracht in het veilige zuiden. Dat de katholieke kerk de moord op de Merovingische koning later heeft betreurd staat vast. Dagobert II werd in 872 gecanoniseerd en hij kreeg zelfs een naamdag, 23 december, toevallig ook een heilige dag voor de stam van Benjamin.

Opvallend is ook het gebruik van gouden bijen door de Merovingen. Honderden gouden bijen werden gevonden in de tombe van Childeric I. Er zijn ook Minoische gouden bijen gevonden (museum in Heraklion), er waren al gouden bijen in de Hyksos periode in Egypte, die als ereprijs werden gegeven aan moedige strijders, en de bij was tevens een symbool van de Essenen/Therapeutae, waar ook Jezus toe behoorde.

Nog veel ouder is het symbool dat beter bekend is als de Fleur de Lys, de Franse Lelie, welke zijn oorsprong heeft in het oude Egypte en India. Het was eveneens het symbool dat o.a. Koning Salomo op zijn kroon droeg. Het symbool beeldt de heilige lotusbloem uit die sinds mensenheugenis hét symbool is voor het menselijke verbond met God. Het werd later het symbool van de heilige afkomst van de Merovingen, en na Clovis werd de Fleur de Lys het symbool voor het Frankische christelijke koninkrijk.

» Vervolg...