De Aude

De Aude is genoemd naar de rivier de Aude, die kronkelend zijn weg baant van de Pyreneeën naar de Middellandse Zee. In deze streek vindt u veel bezienswaardigheden, want de geschiedenis van de Aude is zeer interessant. Zo liepen hier meer dan 65 miljoen jaar geleden flinke dinosaurussen rond. Het beroemdste verhaal van de Languedoc is wel de Kruistocht tegen de Katharen in de vroege 13de eeuw. De streek is bezaaid met de zogenaamde katharenburchten, en het gebied wordt ook wel Pays Cathare genoemd. Voor een uitgebreide beschrijving van de katharenburchten, verwijzen wij u naar de webpagina "Katharen".

Carcassonne
Deze uit twee delen bestaande stad heeft de bezoeker veel te bieden. Het oudste gedeelte is de Cité, de best bewaarde middeleeuwse stad van Europa, waar u heerlijk kunt wandelen door oude straatjes. Een bezoek aan het kasteel (onder leiding van een gids) is zeker de moeite waard. Het nieuwe gedeelte is de moderne stad met zijn winkelstraten en terrasjes. De historie van de stad gaf aanleiding tot vele legenden.

Geschiedenis
Al vóór de komst van de Romeinen werd de heuvel van de Cité bewoond. Met de komst van de Romeinen in de 2de eeuw v.Chr. werd het Castellum gebouwd. Vervolgens werd de eerste muur om het fort opgetrokken. Na de Romeinen werd het kasteel bewoond door de Visigoten en werd het voor een korte periode zelfs door de Moren veroverd.
In deze periode ontstond de bekendste legende van Carcassonne, namelijk die van madame Carcas, de vrouw van de Saraceen Balaak.

Toen Karel de Grote na jaren van beleg met zijn troepen voor de poort stond, bestond het garnizoen van het kasteel alleen nog maar uit Dame Carcas. Zij gaf het leger van Karel de illusie dat er vele mannen op de muren stonden. Toen Karel de bemanning van het kasteel wilde uithongeren en Dame Carcas hier lucht van kreeg, gooide ze een varken gevuld met mais naar beneden, waardoor Karel geloofde dat er nog voldoende voedsel in het kasteel aanwezig was. Hierop trok hij zich met zijn leger terug. Hierop blies Dame Carcas triomfantelijk op de hoorn (Carcas sonne).

Een andere theorie vertelt over de aanwezigheid van een oude zonnekerk of zonnetempel, waaraan de stad zijn naam te danken zou hebben (Karke Sonne). Anderen spreken over een verbastering van de Romeinse naam Carcasso.

Nadat Carcassonne op de Moren werd heroverd, werd het 't bezit van enkele grote adelijke families, waarvan de Trencavels de laatsten waren.

In 1074 was Lord Bernard Aton Trencavel Heer van Carcassonne en de Razés, Agde, Béziers, Albi en Nimes.

Tijdens de (13de eeuwse) kruistocht tegen de Katharen (ook wel Albigenzers genoemd), moest Carcassonne zich aan het katholieke leger overgeven, waarna de toenmalige 24-jaar oude graaf Raymond-Roger Trencavel gevangen werd genomen.

Trencavel bood de Katharen een vrijplaats en was dus openlijk in oorlog tegen de Kerk. Een jaar later stierf hij in een eenzame kerker. In 1226 gaf Simon de Montfort Carcassonne aan de Kroon, waarna een tweede muur werd gebouwd.

De zoon van Raymond-Roger, ook Roger geheten, probeerde in 1240 om Carcassonne terug in bezit te krijgen, maar hij faalde en moest vluchten naar Barcelona. Lodewijk IX gaf vervolgens de opdracht om alle huizen die rondom het kasteel waren gebouwd, af te breken. De inwoners werden uit de Cité verbannen en mochten gedurende 7 jaar niet meer in de Cité komen. In 1248 kregen zij toestemming om de Ville Basse (ook wel Bourg genoemd), de benedenstad, te bouwen, aan de andere kant van de rivier de Aude. In het midden van de 14de eeuw omschreef Froissart de nieuwe stad Carcassonne als een welvarende stad met zo'n 7000 huizen en beroemd om haar stoffenindustrie. Helaas stortte de stoffenmarkt rond het begin van de 15de eeuw in. Het was pas aan het einde van de 17de eeuw dat de stad weer enige welvaart kreeg. In de jaren van de Revolutie speelde Carcassonne slechts een bescheiden rol. De Revolutie, de Napoleontische Oorlogen en de invloed van de Britten rond de Middellandse Zee maakten echter een einde aan de welvaart van Carcassonne. In de late 19de eeuw probeerde de stad, die zo goed en zo kwaad als het ging werd gerestaureerd, winst te maken in de opleving van de wijnindustrie. Tegenwoordig verdient Carcassonne goed aan de toeristenindustrie.

De Ville Basse
In de benedenstad zijn moderne winkels, terrassen, een aantal musea en twee interessante kerken: de kathedraal van St. Vicent en de kathedraal van St. Michel. In het centrum ligt het gezellige Place Carnot met terrassen en de 18de eeuwse fontein van Neptunus. De stad is een wat grotere, typisch Franse provinciestad met redelijk veel verkeer. Het is duidelijk dat de meeste toeristen puur alleen naar de Cité gaan en de benedenstad dus 'links' laten liggen.

De Cité
De citadel van Carcassonne is een in de originele staat teruggebrachte middeleeuwse stad met een kasteel, een kerk en een indrukwekkende ommuring met torens. In het kasteel kunt u een museum bezoeken. Met een gids loopt u vervolgens door het kasteel en over de muren naar de achterkant van het stadje. Wanneer u terug loopt naar het centrum komt u langs de Kerk van St. Nazaire. In deze Romaans/gotische kerk ziet u o.a. een beeld dat de Heilige Drieëenheid symboliseert, een beeld van de moeder van Maria, Anna, met de jonge Maria aan haar zijde, de kapel van de Notre Dame uit de 13de eeuw met in het midden de Boom van Jesse, de afstamming van Jezus en tenslotte de zgn. 'Belegsteen', waarop het beleg van Carcassonne (1209) door de kruisridders wordt uitgebeeld.

Mocht u na uw bezoek van het gezellige oude centrum nog tijd over hebben, loop dan eens om de muren heen, of neem het toeristentreintje. Op sommige zaterdagavonden is het feest in de Cité (vaak in juli en augustus). Vraag de VVV (bij het binnenkomen van de Cité na het passeren van de toegangspoort meteen rechtsaf) om meer informatie. 's Avonds is de Cité prachtig verlicht.

Rennes-le-Chateau
Deze plaats is meer dan een dorp op een heuvel met een bijzonder kerkje. Het was waarschijnlijk deel van de oude vestingstad Rhedae en nam een belangrijke plaats in in de Graal legenden en de geschiedenis van de verloren koningen van de Visigoten en Merovingers. Het goud van de Tempeliers is waarschijnlijk in enkele van de honderden grotten rondom Rennes-le-Chateau verstopt. In het kerkje zijn bijzondere, doch geheime ontdekkingen gedaan. Grote groepen mensen over de hele wereld bestuderen het enigma van Rennes-le-Chateau. De omgeving ligt bezaaid met oude overblijfselen uit Keltische en Romeinse tijden.

In het bijzonder interessante kerkje La Madeleine in Rennes-le-Chateau vindt u symboliek uit vervlogen tijden, dubbele betekenissen, geheimzinnige afkortingen... het kopen van een gidsje is zeer de moeite waard. Ontdek het enigma van Rennes-le-Chateau en bezoek het museum over het leven van de geheimzinnige abbé Berèngér Saunière. Tenslotte heeft u vanaf de Tour de Magdala een geweldig mooi uitzicht over de historische vallei, waar veel wetenschappers, historici en archeologen tot op vandaag de dag nog hun hoofden over breken. U kunt een ijsje of een drankje nuttigen in de tuin van Le Jardin de Marie. En dat met op de achtergrond het lugubere vervallen kasteel van de Heren van Rennes en Blanchefort, dat door sommigen ook wel de Graalburcht wordt genoemd...
Lees meer...

Rennes-les-Bains, gelegen op de andere heuvel, heeft nog overblijfselen van een oud Romeins badhuis. Er is tegenwoordig een groot nieuw badhuis waar u wellness arrangementen kunt boeken. Het pittoreske plaatsje heeft een leuk pleintje (met een café en een pizzeria), waar vaak kleine marktjes worden gehouden.

Aan het pleintje ligt de toegang tot het kleine kerkje. In Rennes-les-Bains woonde en werkte namelijk de belangrijkste persoon in het enigma van Rennes-le-Chateau, abbé Henri Boudet. Zijn boek "La Vraie Langue Celtique et le Cromleck de Rennes-les-Bains" heeft al veel mensen om de tuin geleid, maar biedt eigenlijk een goed zicht op de enorme Kabala Levensboom die men in de oudheid in het landschap heeft verwerkt ten einde de kennis van de Hermetica tijdens het strenge Christendom te behouden.

Alet-les-Bains
Er zijn twee belangrijke redenen om dit stadje aan te doen. De eerste is de aanwezigheid van een prachtige ruine van de 11de eeuwse abdijkerk. In 1318 werd de benedictijnenabdij van Alet verheven tot bisdom. Hierdoor werd de abdijkerk een kathedraal. In 1577 werd er door de katholieken in hun oorlog tegen de protestanten veel schade aan de kathedraal toegebracht. De tweede reden is het authentieke middeleeuwse stadsdeel met zijn 12de eeuwse stadsmuren en de 16de eeuwse vakwerkhuizen op het plein. Bij het hotel kunt u even uitpuffen in de mooie tuin, ze serveren namelijk ook drankjes en overheerlijk ijs, ook als u er niet verblijft!

Alet is een boeiende plaats waar Nostradamus een tijdje heeft vertoeft. Zijn huis ligt aan het centrale marktplein.

Limoux is beroemd om haar heerlijke sprankelende wijn (Blanquette), die vaak wordt gezien als de voorloper van de champagne. Ook het carnaval in Limoux, maandenlang wordt gevierd op de zaterdagen in de vroege lente, is bezienswaardig. Net als in Venetië zijn de maskers de ware hoofdrolspelers.

In Limoux kunt u winkelen, maar ook een bezoekje brengen aan het Musée Petiet aan de hoofdstraat, en op het marktplein kunt u geweldig lunchen.

Aan de rue Anne Marie Javouhey nummer 4 vindt u het Musée des Automates, waar meer dan 100 animerende sprookjesfiguren u in feërieke sferen dompelen.

Wanneer u Limoux uitrijdt, komt u bij een grote rotonde met een McDonalds en de Centrakor (een soort Blokker) aan de linkerkant, en rechts ligt het Centre Commercial met de LeClerc met daarachter een tuincentrum, rechts een bouwzaak Mr. Bricolage en daarachter wederom een tuincentrum.

Achter dit tuincentrum ligt een weg, die in de richting gaat van de Jardin la Bouichère of Domaine du Flassian, een schitterende bezoekerstuin waar echte tuinliefhebbers hun hart kunnen ophalen (maandagen en dinsdagen gesloten, geopend tussen mei en oktober, tussen de middag gesloten van 12 uur tot 2 uur).

U kunt op diverse plaatsen in en rond Limoux de beroemde Blanquette en Cremante de Limoux proeven en/of aanschaffen.

In Esperaza vindt u een waar Dinosaurus Museum, waar u van alles te weten kunt komen over deze voorhistorische dieren en de evolutie. Het is ook erg leuk voor kinderen.

U loopt als het ware door de geschiedenis en evolutie van onze planeet naar de grote zaal, waar enorme skeletten te bewonderen zijn. In de zaal erachter zijn enkele dieren zo prachtig gereconstrueerd, dat u bijna zou zeggen dat ze zijn opgezet.

Quillan
Het oude Gallo-Romeinse oppidum Kilianus was een strategisch punt in de hoge vallei van de Aude. Op dit punt lag namelijk een belangrijke doorgang: die van de Pyreneeën langs de rivier de Aude richting Carcassonne. Vanaf deze oude periode is Quillan altijd bewoond geweest. Ook de Visigoten zagen het belang van het Romeinse fort, en versterkten het in de vroege 8ste eeuw.
De oude resten van dit Visigotische fort sieren het oude plaatsje, dat een fantastisch uitgangspunt is voor dagtochten door de prachtige bergachtige omgeving van de Pyreneeën.

De VVV is gevestigd in het oude badhuis aan de hoofdweg. Daar kunt u folders en informatie halen over de uitstapjes in de omgeving. Op woensdag en zaterdag is er markt in Quillan. Vooral op woensdag strekt de markt zich uit vanaf het stationnetje tot ver in het oude centrum. Probeert u eens de churros, een lekkernij dat lijkt op friet maar proeft naar oliebollen met poedersuiker. Wanneer u van pizza's houdt, komt u in Quillan helemaal aan uw trekken. Maar ook de Auberge du Chalet aan de weg naar Perpignan, 3 km ten zuiden van Quillan, is een aanrader voor een lekkere lunch. En wanneer u daar dan toch bent, rijdt u dan even een klein stukje verder richting Axat, want dan komt u door de indrukwekkende kloof van Pierre Lys.

U kunt de rivier de Aude volgen tot aan de bron bij Font Romeu, een indrukwekkende bergtocht langs ruines en grotten, oude dorpjes, wintersportplaatsen zoals Les Angles en schitterende vergezichten. Een bezoekje aan Mont Louis, inmiddels op de UNESCO lijst van werelderfgoed, is dan een absolute aanrader.